vanaf de tijd van de Vikingen tot het begin van de 19e eeuw.

In de tijd van de Vikingen was Jämtland een atonome boeren repbliek en een van ‘s werelds oudste parlementaire regeringen genaamd ‘Jämtamot’ (mot = bijeenkomst). Op een zeker moment viel Jämtland onder Denemarken welk land onmiddellijk de Jämtamot verbood. In het geheim werden de bijeenkomsten echter voortgezet.

Gedurende de Middeleeuwen werd Jämtland deel van het koninkrijk Noorwegen, maar behield voor een deel haar autonomie (semi-zelfbestuur) met de mogelijkheid om haar eigen locale wetten te maken.

Jämtlands wapen uit die tijd geeft de moeilijke positie van Jämtland weer; de Eland (Jämtland) die wordt aangevallen door, vanuit het Westen, een hond (Noorwegen) en, vanuit het Oosten, een valk (Zweden).

In 1523 wilde koning Gustav Vasa van Zweden dat Jämtland zich zou aansluiten bij zijn koninkrijk maar zijn verzoek werd afgewezen. Achtentwintig jaar later verbood hij, als sanctie, de verkoop van koper vanuit Zweden aan Jämtland.

In 1575 werd het officiële Staatszegel, dat in gebruik was sinds 1274, afgeschaft en een nieuw Zegel werd ingesteld. Het stelde een schild voor met twee Bijlen-van-Olov (de toenmalige koning van Noorwegen). In 1614 werd dit zegel door de koning van Denemarken verboden.

Tussen 1178 en 1645 werd Jämtland beschouwd als onderdeel van Noorwegen. Dit weerhield Jämtland er echter niet van om, tussen 1563 en 1677, 13 keer te wisselen van alliantie. Tussen de herfst van 1563 en de winter van 1564 bijvoorbeeld zworen de Jämtar (bewoners van Jämtland) maar liefst 4 x trouw aan dan weer Zweden, dan weer Denemarken.

De Kalmaroorlog tussen Zweden en Denemarken-Noorwegen, in Jämtland ‘Baltzarfejden’ (Balthazar Conflict) genoemd, duurde van 1611 tot 1613. Daarna werden 1300 van de 1470 boeren en landeigenaren beschuldigd van ‘ontrouw’ en werden hun land en andere bezittingen in beslag genomen. Het duurde tot 1647 voor het de Jämtar lukte om terug te krijgen wat in beslag genomen was.

In 1645 werd Jämtland officieel Zweeds maar het duurde tot 1699 totdat de Jämtar ook Zweeds genoeg gevonden werden om Zweeds staatsburger te zijn. De mensen van Jämtland zijn dan ook de laatste ‘groep’ mensen in het hedendaagse Zweden die het Zweedse staatsburgerschap ontvingen.

In 1657 en 1677 werd Jämtland twee keer kort bezet door Denemarken en werd beide keren ontzet door Noorwegen. Gedurende deze periode werd ook een guerilla oorlog (snapphaneverksamhet) door de Jämtar gevoerd tegen Zweden.

In 1688 stelden de Jämtar een wet en overeenkomst op die inhield dat de Jämtlandse millitaire eenheden alleen gebruikt mochten worden ter verdediging van hun thuisland en niet voor andere oorlogsvoering. Koning Karl XII die Zweden regeerde van 1697 tot 1718 was hiervan niet gediend en verscheurde de documenten. Daardoor moesten 5.800 Jämtar deelnemen aan de Armfeldt campagne tegen Tondheim in 1718/1719. Deze millitaire campagne werd bekend als de Dodenmars van de Karoliners (Karolonernas Dödsmarsch) omdat 4.273 mannen stierven tijdens de tocht door de bergen tussen Zweden en Noorwegen, net als koning Karl XII zelf.

Östersund werd gesticht in 1786, en in 1810 werden de regio’s Härjedalen en Jämtland wettelijk samengevoerd tot de provincie Jämtland met Östersund als haar hoofdstad. Östersund was toen de kleinste stad van Zweden met maar 200 inwoners.